Veertiger

Veertiger worden
is geen kunst, maar veertiger
blijven, tien jaar lang.

Wellicht halfweg, geen weg terug, de spiegel toont een grijze mens.
Je gaat vandaag nog in ’t verzet tegen die traag verschenen pens.
Je zoekt een sport, leest over gort, verzint alvast een laatste wens
en jogt over de grens.

Veertiger worden
is geen kunst, maar veertiger
blijven.

Wellicht halfweg blik je terug, je denkt aan wie je ooit wou zijn.
Het zicht vooruit biedt weinig troost, de dood verlost ons van de pijn.
Maar eerst nog zwoegen, zorgen en zorgen maken, wachtend op het sein
van Graatmagere Hein.

Veertiger worden
is geen kunst.

Wellicht halfweg wil je terug maar dan met al wat je nu weet.
Nog eens opnieuw van aan de start met minder tranen bloed en zweet.
Meer uit het hart maar ook doordacht de dingen doen die je toen deed
en blij zijn aan de meet.

Veertiger worden.

Wellicht halfweg recht je je rug, je kijkt naar wie er naast je zit.
Je dankt de god die jou gelooft dat je de gave nog bezit
om graag te zien en niet alleen te zijn in deze aardse rit.
Je belt de babysit.

Veertiger
Veertiger
Veertiger
Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaah